Endless repetition of dots
Een Nederlands beeldend kunstenaar raakte geïnspireerd door de muzikale wereld van een Amerikaans componist, die op zijn beurt werd beïnvloed door schilders uit zijn omgeving. Zo ongeveer zou je de tentoonstelling 'To Morton Feldman' van Ton van Os (1941) kunnen omschrijven, die tot begin mei te bezichtigen is in Rotterdam. Om het nog ingewikkelder te maken: het is allemaal de schuld van Bach.
Wie Morton Feldman zegt, spreekt over composities die enorme strekken tijd innemen, over zacht pulserende klankvelden en over muziek waarin de afzonderlijke instrumenten niet meer te herkennen zijn in het geheel. Zoals de zwaarbebrilde, zwaarlijvige en de immer verbaal aanwezige Amerikaanse componist (de lijfelijke contradictie van zijn stukken) in zijn essays schreef, ging muziek over 'huid'.
Feldmans plastische kijk op de toonkunst kwam voort uit zijn interesse voor de beeldende kunst. Met name in de
monochrome doeken van Mark Rothko en de vroege Philip Guston herkende hij het visioen dat hij in zijn componeren zocht: abstracte werken waarin je je als toeschouwer verliest.
Dat aspect sprak ook de Rotterdamse beeldend kunstenaar Ton van Os sterk aan. In het Bachjaar haalde hij de kolommen van Trouw al met zijn panelen die gebaseerd waren op partituren van de Duitse meester.
Wat is de gelijkenis met Feldman? Van Os: ,,Ik was bij mijn Bach-panelen vooral geïnspireerd door diens handschriften, die ik in beelden omzette. Zo werkte ik de aan inktvraat lijdende partituren bij met verf. De stippen die ik zette drukten door op het papier eronder. Daar ontstonden abstracte stippenpatronen op, die toch een zekere ordening hadden.
Dat bracht me op het idee voor mijn Feldman-schilderijen. Ik luisterde in die tijd veel naar zijn muziek en wilde al langer een hommage brengen aan de artistieke wereld die hij representeerde."
Wat Feldman aantrok in het werk van schilderende collega's als Rothko en Guston, was het feit dat het 'niet af ' was, aldus Van Os. Dat wilde Feldman ook met zijn muziek bereiken. "Vooral in de langere stukken krijg je een gevoel van tijdloosheid. Je wordt opgenomen in het kunstwerk net als in de grote monochrome schilderijen van Rothko. In Anatolische vastgeknoopte tapijten herkende hij dat ook. Die eindeloze herhaling van schijnbaar steeds hetzelfde.''
Al die elementen zijn te herkennen in de doeken van Van Os: zwevende nevelbeelden met talloze stippen, die bij iedere aanblik een ander patroon aan lijken te nemen. "Zoals het vroege werk van Feldman, waarin hij ruimte voor de speler overliet om iedere keer net iets anders te spelen. Elke uitvoering was een mogelijke uitvoering. Dat spreekt me aan."
TENT., het Rotterdams centrum voor beeldende kunst waar Van Os' hommage deze maand wordt geëxposeert, geeft veel aandacht aan Rotterdamse kunstenaars, altijd in internationale context. Het gaat daarbij niet zozeer om jonge kunstenaars, dan wel om jonge, 'actuele' kunst.
Zoals de intense werken van Ton van Os. die wat kleurgebruik betreft zeker niet slaafs de uitermate zachte 'huid' van Feldmans muziek na willen bootsen. "In een paar werken overheerst inderdaad het zilver, goud en geel. Bij sommige doeken, zoals 'Refraction', gebruik ik de kleuren van het licht dat door een prisma valt. Die werken spatten dan van de muur, terwijl andere juist veel ingetogener zijn."
Anthony Fiumara
Trouw, 2003
Te zien in TENT., Witte de Withstraat 50 in Rotterdam
A Dutch visual artist became inspired by the musical world of an American composer, who in turn was influenced by painters from his own environment. This is how one might describe the exhibition 'To Morton Feldman' by Ton van Os (1941), which is showing in Rotterdam until early May. To make the story more complicated: it's all Bach's fault.
When people mention Morton Feldman, they speak of compositions lasting vast stretches of time, of soft pulsating fields of sound, and of music in which the individual instruments are no longer distinguishable within the whole. As the heavily bespectacled, heavily built and always outspoken American composer (the physical contradiction of his pieces) wrote in his essays, music is about the ‘skin'.
Feldman's plastic view of music stemmed from his interest in visual art. In the monochrome canvases of Mark Rothko and the early Philip Guston in particular, he recognized the vision that he sought in his compositions: abstract works in which the viewer can become lost.
This aspect also appealed strongly to the Rotterdam artist Ton van Os. He already appeared in the columns of Trouw magazine in the Bach Year with his panels based on the musical scores of the German master.
What is the similarity to Feldman? Van Os: "For the Bach panels, I was especially inspired by his penmanship, which I translated into images. Hence I was retouching the scores damaged by ink erosion with paint. The dots I painted seeped through onto the paper underneath. This created an abstract pattern of dots on the paper, which nonetheless displayed a certain structure. That led me to the idea for my Feldman paintings. I was listening to his music a lot in those days, and had wanted to pay homage to the artistic world he represents for some time."
According to Van Os, the thing that attracted Feldman to the work of his painter colleagues such as Rothko and Guston was the fact that it was ‘never finished'. This was something that Feldman also wanted to achieve in his music. "Particularly in the longer pieces, you get a feeling of timelessness. You become absorbed into the piece just like the large monochrome paintings of Rothko. He also recognized this in Anatolian knotted carpets. The endless repetition of apparently the same thing."
All of these elements are discernable in Van Os' paintings: floating hazy images with countless dots, which appear to take on a different pattern in every fleeting glance. "As in the early work of Feldman, in which he allowed space for the musician to play something slightly different each time. Every performance was a possible performance. That appeals to me."
TENT., the Rotterdam center for visual art where Van Os' homage is being exhibited this month, focuses much attention on Rotterdam based artists, always in an international context. It is not so much about young artists, as it is about young, ‘current' art.
Such as the intense works by Ton van Os, which in terms of color use certainly make no attempt to slavishly emulate the extraordinarily soft ‘skin' of Feldman's music. "It's true that silver, gold and yellow are predominant in a few of the pieces. In some of the paintings, such as ‘Refraction', I use the colors of light shining through a prism. Those works spring from the wall, while others are far more subdued."
Anthony Fiumara
Trouw, 2003
Vertaling: Moze Jacobs